Deze meneer woonde tot voor kort in een zorgcentrum buiten de regio. Met de reguliere inzet kon het zorgteam van het zorgcentrum waar meneer woonde, hem niet meer aan. Vanwege hevige agressie hadden zij een zorgbeveiliger ingezet, die 24 uur per dag beschikbaar was. Om zorgmomenten te bieden werd dwang gebruikt, en ook voor het toedienen van medicatie. Door de heftigheid van zijn problematiek, kregen wij, als expertisecentrum, de vraag om de zorg voor hem over te nemen.
Eerst observeren
Nadat meneer bij ons kwam, hebben we hem de eerste paar dagen opgevangen in een prikkelarme omgeving. We hebben wel contact gemaakt, maar vanuit vertrouwen en zonder iets van hem te vragen of willen. Door eerst goed te observeren hoe hij op onze aanwezigheid reageerde, kregen we al snel meer informatie over hoe we hem het beste konden benaderen. We merkten dat lichamelijk contact (o.a. zijn hand vastpakken, schouder aanraken) door hem als vriendschappelijk werd ervaren. Hij vond het merkbaar prettig om dichtbij je te zijn. In zulke momenten van fysiek contact was het mogelijk om zorg te bieden en bleek dwang helemaal niet nodig. Het viel ons ook op dat meneer erg wantrouwend was. Hij interpreteerde gedrag van anderen snel als kwaadwillend. Als iemand hem van het tegendeel wilde overtuigen, voedde dat zijn boosheid en resulteerde dat in agressie.
Levensloop in beeld
In de daarop volgende week hebben we meneer beter leren kennen. Door intensieve gesprekken met zijn vrouw, en het bespreken van zijn levensloop, kwamen we erachter dat hij fors getraumatiseerd was. Zo hebben we samen een goed beeld kunnen vormen van hoe deze cliënt zichzelf ziet, hoe hij anderen ziet en hoe hij de wereld ziet. Op basis van deze informatie over zijn levensloop en trauma hebben we vervolgens een (traumasensitief) benaderingsplan opgesteld en ingezet. Familie was ook blij met dit plan omdat het een niet-medicamenteuze interventie was. Ondertussen hebben we ook de sederende medicatie afgebouwd. Hierdoor was meneer veel beter in staat contact te maken met het zorgteam en zijn naasten. Opnieuw waren de naasten hier heel blij mee. Binnen een week bleek de zorgbeveiliger, die wij uit voorzorg hadden ingezet voor het eerste contact, niet meer nodig.
Nauwe samenwerking met naasten
De agressie verdween binnen een á twee weken volledig. We vermoeden dat dit is gekomen doordat we rekening hielden met zijn trauma in onze benadering, geen dwang meer toepasten en medicatie hadden afgebouwd. Ook de tevredenheid van de naasten over onze aanpak is een belangrijk resultaat geweest. We hebben hen nauw betrokken bij het behandelplan en dit goed uitgelegd. Hierdoor is de samenwerking vanaf het begin af aan goed geweest. Ook het feit dat zij in contact mochten blijven met hun naaste werd heel erg gewaardeerd.
De observatie, en daarnaast het ophalen van informatie bij de naasten, leverde in korte tijd een goed beeld op van wat meneer nodig heeft. Zo konden we onze interventies gericht, passend bij deze persoon en zijn specifieke gedrag, inzetten. Dit maakte dat onze zorgmedewerkers konden handelen met vertrouwen.
De naasten van deze meneer waren het vertrouwen in het verpleeghuis volledig kwijt door hun ervaringen met de instelling waar ze vandaan kwamen. Om dit vertrouwen te herstellen, hebben we vanaf het begin van de opname benadrukt dat ze altijd bij ons terecht konden voor vragen. De nauwe samenwerking tussen naasten, zorgteam en behandelteam is dus ook zeker een belangrijke sleutel voor het succes van de behandeling geweest.