Zorgstandaard D-zep: een volgende stap in onze professionalisering

De kennis over de behandeling, benadering en zorg bij een D-zepzorgvraag ontwikkelt zich de laatste jaren in snel tempo. Het destijds informele Kennisnetwerk D-zep schreef in 2020 een zorgprogramma D-zep. In dezelfde periode besloot het ministerie van VWS dat er voor een aantal doelgroepen in de langdurige zorg die laag in volume, maar hoog complex (lvhc) zijn, landelijk dekkende specialistische zorg moest worden ingericht. D-zep werd als lvhc doelgroep aangemerkt en stond voor de opdracht zo’n landelijk dekkende kennisinfrastructuur te ontwikkelen. Het werkte als een vliegwiel voor het Kennisnetwerk D-zep.

Inmiddels heeft het Kennisnetwerk D-zep een formele status en wordt vanuit een landelijk dekkend zorglandschap D-zepzorg en behandeling verder geprofessionaliseerd. D-zep is opgenomen in de Regeling langdurige zorg (Rlz). Daarnaast vindt wetenschappelijk- en praktijkonderzoek naar de behandeling, benadering en zorg voor deze doelgroep plaats. Cliëntgerichte Consultatie en Advies bevinden zich momenteel in het traject naar een heldere omschrijving en erbij behorende financiering. Er gebeurt, kortom, heel veel in de ontwikkeling van het specialisme.

Een van de volgende stappen is om alle kennis en ervaring rond de inhoud van D-zepzorg te bundelen in een zorgstandaard die een leidraad biedt voor mensen met een D-zepzorgvraag en hun naasten, en voor professionals en beleidsmakers. We interviewen Barbara Wijnand, directeur van het Kennisnetwerk D-zep over de zorgstandaard.

9 vragen en antwoorden over de zorgstandaard D-zep aan Barbara Wijnand, directeur Kennisnetwerk D-zep

Foto Barbara Wijnand

1. Het kennisnetwerk maakt de keus voor een zorgstandaard en niet voor een nieuw zorgprogramma of een richtlijn. Wat bepaalde deze keus?

”Het zorgprogramma is destijds opgesteld als bundeling van de kennis en expertise van enkele D-zep zorgaanbieders. Het zorgprogramma was toe aan een evaluatie. Hierbij is de keuze gemaakt om een zorgstandaard te ontwikkelen omdat dit een landelijk kader voor D-zepzorg biedt voor professionals en het bredere veld. Een zorgprogramma is meer een regionale vertaling van een zorgstandaard.”

2. Wat moet de Zorgstandaard opleveren voor mensen met de zorgvraag en hun naasten en voor professionals en beleidsmakers?

”De zorgstandaard beschrijft goede D-zep zorg vanuit het perspectief van de mens met de zorgvraag en zijn naasten. Doelstelling is dat de kwaliteit van bestaan wordt geoptimaliseerd. De zorgstandaard ondersteunt zorgaanbieders, cliënten, naasten en verzekeraars bij het bepalen wat goede zorg en behandeling is, door de juiste persoon op het juiste moment en in goede samenhang voor alle betrokkenen.”

3. Voor een zorgstandaard wil je graag een breed draagvlak hebben. Hoe organiseren jullie dat in het proces rond de zorgstandaard?

”Voor het ontwikkelen van de zorgstandaard is gekozen voor een heldere projectstructuur. Er wordt gewerkt met een stuurgroep waarin het Kenniscentrum, Alzheimer Nederland en Centrum voor Consultatie en Expertise vertegenwoordigd zijn. Er is een werkgroep met vertegenwoordiging vanuit het werkveld en V&VN. Een focusgroep naasten levert onmisbare inzichten voor de zorg.

Logo-zorgdriehoek

In een klankbordgroep worden de uitkomsten uit werkgroep en focusgroep voorgelegd. Er is een brede vertegenwoordiging vanuit het werkveld, kennisinstituten, zorgkantoren, Vilans, Dementie Netwerk Nederland, NIP, Verenso, V&VN, SKILZ, CE en PgD. Buiten de projectstructuur wordt gedurende het project afgestemd met Zorginstituut Nederland.

Wat opvalt bij de deelnemers van alle projectteams is de warme betrokkenheid en bevlogenheid om juist voor deze kwetsbare doelgroep de zorg en behandeling zo passend mogelijk te beschrijven en organiseren.”

4. Cliëntgerichte Consultatie en Advies D-zep is nog volop in ontwikkeling. Welke plek krijgt deze zorg in de zorgstandaard?

”Consultatie is een onlosmakelijk onderdeel van de zorg en behandeling bij mensen met D-zep. In de zorgstandaard wordt een apart hoofdstuk gewijd aan cliëntgerichte consultatie en advies.”

5. Er is ook een zorgstandaard (ZS) Dementie. Hoe zie jij de relatie tussen beiden?

”De ZS Dementie zien wij als een belangrijk document, het vormt de basis (onderlegger) van de ZS D-zep omdat het totale zorgproces beschreven is dat de mens met dementie doorloopt. In de ZS Dementie worden handreikingen gedaan die kunnen voorkómen dat probleemgedrag bij dementie escaleert tot D-zep. In de nieuwe ZS Dementie komt de nadruk waarschijnlijk te liggen op mensen met dementie in de thuissituatie, terwijl D-zep zich juist richt op de mensen met dementie binnen de verpleeghuissetting. Daar waar de ZS Dementie eindigt, begint dus eigenlijk de ZS D-zep. Ik zie het als twee complementaire zorgstandaarden die samen een goede standaard voor de mens met dementie in alle fases biedt. We zijn dan ook blij dat de landelijk coördinator implementatie van de ZS Dementie deelneemt aan onze Klankbordgroep. Zo werken we gezamenlijk aan de beste zorg voor mensen met dementie.”

6. Welke beren op de weg zijn jullie tot nu toe tegengekomen in het proces om te komen tot de zorgstandaard?

”We zijn de afgelopen maanden zoekende geweest naar de wijze waarop we het beste aan zouden kunnen sluiten bij de ZS Dementie. Die puzzel is gelegd, zoals ik net toelichtte.  
Ook hebben we in de beginfase gezocht naar de juiste samenstelling van de diverse projectgroepen.”

7. Waar staat het proces nu van de zorgstandaard en wanneer verwachten jullie de zorgstandaard uit te kunnen brengen?

”De visie op zorg is zorgvuldig tot stand gekomen en is klaar. We zijn momenteel bezig met de inventarisatie en beschrijving van de randvoorwaarden en indicatoren. Naar verwachting zal de ZS D-zep in 2026 gepresenteerd worden.”

8. Implementatie is vaak de bottleneck bij het daadwerkelijk gaan werken volgens een standaard. Hoe kijk jij aan tegen implementatie van de zorgstandaard?

”We werken hierin nauw samen met het werkveld. In januari 2025 starten we met het betrekken van de projectleiders van onze expertisecentra. Zij hebben een centrale rol in het implementatieproces. We werken volgens een implementatieplan en onderzoeken de mogelijkheid om aan te haken bij de implementatie van het Generiek Kompas. Ook wordt onderzocht hoe we gebruik kunnen maken van de ervaring van de implementatie ZS Dementie.”

9. 2026: de Zorgstandaard is gereed. Wat zijn volgende thema’s in de verdere professionalisering van het specialisme D-zep?

”De afgelopen jaren hebben we ons vooral gericht op het bundelen en ontwikkelen van nieuwe D-zep kennis en expertise. De focus zal de komende jaren meer gaan liggen op samenwerking met allerlei landelijke partners (zoals CCE, Vilans, Alzheimer Nederland, etc.) zodat we meer bekendheid kunnen geven aan wat de mens met dementie en zeer ernstig probleemgedrag nodig heeft. Als we deze kennis breed kunnen verspreiden, hopen we dat hier tegelijkertijd een preventieve werking van uit gaat. Ook willen we als specialistische dementiezorg nog meer de aansluiting zoeken bij de reguliere dementiezorg en dementieprogramma’s, zodat D-zep als aanvulling op de reguliere dementiezorg aansluit in het zorgcontinuüm.”

logo d-zep